top of page

Vannakam

Het is vandaag onze derde dinsdag in India en ik schrijf mijn 6e blogpost vanuit Pondicherry.. Niet helemaal in evenwicht! And for that I am sorry (aan de andere kant verwacht ik niet dat ik iedere week 2 à 3 stukken kan schrijven hier, dus misschien blijft dit zo).

Het punt is, de afgelopen week liep heel anders dan onze eerste paar dagen hier, ik moest me even bedenken hoe ik erover ging schrijven.

De laatste aantal dagen gingen namelijk niet over verbazing over bepaalde aanzichten die we tegenkwamen, over bijzonder eten of andere grote ontdekkingen hier in India. Deze week stond in het thema van échte gewenning.

Ik schreef eerder, heel snel na mijn aankomst hier, dat The Boys Home als een thuis begon te voelen. Mijn grootste ontdekking in India, tot nu toe, is dat dat eigenlijk onzin was.

Ik besefte me vanochtend, toen ik bedacht waar ik over wilde schrijven, dat het moment dat ik me hier thuis begon te voelen, het moment was dat ik besefte dat mijn eerste 'ik woon hier' constatering een onbewust leugentje was (dat moment was dus gisteren).

Het is pas nu ik echt begin te ervaren hoe het is om een onderdeel van het project te worden, dat ik begrijp hoe ik Pondicherry als mijn thuis kan gaan zien over de tijd dat ik hier zit.

Het aanpassen hier zit 'm voor mij met gelijke mate in de kleine en de grote dingen waar je familiar mee wordt.

Kleine dingetjes zoals dat ik dit stuk zit te schrijven op de rand van het balkonmuurtje voor onze kamerdeuren. Door hier een tijdje te zijn weet ik dat dit zowat de beste plek is om mijn kont op te plaatsen; mooi uitzicht, minder warm en een betere zithouding.

Een andere kleine aantoning van het acclimatiseren: het feit dat ik mezelf iedere dag, met veel gemak, was met een emmer, een kannetje en koud water. Grappig hoe je na 2 weken tijd geen verlangen meer hebt naar een douchekop met warm stromend water, maar juist uitkijkt naar je ice bucket challenge in de kleine ruimte tussen je badkamermuur en je wc (het putje zit daar :D). Verder kan ik steeds beter basketballen door INTENSIEVE competities met de boys, ik weet de weg naar een supermarkt uit mijn hoofd (Nutella cravings kicked in...), ik kan de constante muggenbulten jeuk (O-VE-RAL.) bijzonder goed negeren enzovoorts...

Wat zijn dan de grote dingen? Op nr. 1 zou ik onze omgang met de kinderen zetten:

Ik weet bijvoorbeeld nu al zoveel van de 90 namen van onze jongens! Namen zoals Lavin Rasj, Cyril (spreek uit als sierl), Jawaher, Afremreshen, Pushpaneda enz. rollen van mijn tong af bij de juiste jongens. Iedereen die mij een beetje kent weet waarschijnlijk wel hoe slecht ik ben met namen ;)..

Ook nemen de jongens ons serieuzer. Steeds meer zien ze ons minder als het animatieteam en meer als sisters. Neem bijvoorbeeld de momenten dat een aantal vechtersbaasjes besloten om elkaar weer (proberen) het het hoofd in te beuken; zodra ik of Mascha hen beveel om te stoppen met die onzin is het geen uitlachen en verder boksen, maar schrikken en ermee kappen. Of neem die wanneer er een aantal stiekem het avondgebed proberen te missen; als ze mij of Mascha zien staan, lopen ze toch maar naar de binnenplaats (tenzij het Cyril en Ashwin zijn.. Die zijn toch wel heel lastig.. We doen ons best ^^).

En de belangrijkste: dat ik echt steeds meer om die jongens ga geven. Ze niet alleen maar leuk vinden, maar ook echt belangrijk. Toen Masch en ik gisteren naar de doerakken stond te kijken terwijl ze stonden te bidden, konden we het niet helpen om even naar elkaar te glimlachen: ze zijn ook zo bijzonder.

Op nr. 2 staat onze omgang met Father Felix, Brothers Chinna en Chris en Father Maria. Zoals Felix ons zijn irritaties aan Father Maria toevertrouwt, zo wordt Chinna steeds minder verlegen enz.

Als we samen met de groep zijn hebben we non stop lol en we kijken allemaal echt uit naar een weekendje weg met zn vijven (Chris gaat niet mee helaas) dat er aan zit te komen.

Een sentimentele post! Van Karlijn! Ik verbaas mezelf en geef sommigen van mijn vriendinnen hiermee waarschijnlijk een momentje van walging (Pleun ;D). Achja, het zat eraan te komen.

Masch en ik gaan vanaf nu nog beter ons best doen om onze meidenballen te gebruiken en met Father Maria te discussiëren over wat wij nog meer kunnen bijdragen aan dit project. Het wordt tijd dat we beginnen met koken, les geven, onderzoek te doen voor jullie sponsoring aan dit project. Maria Orakiam is een koppige man die zijn eigen ideeën niet graag wil laten varen, en een van zijn ideeën is dat het nog veel te vroeg is om over zulke zaken te beginnen.. Gelukkig lijken Mascha en ik veel op onze pater! Wij zijn ook koppige krengen en ik ga jullie snel laten weten wat verandert aan onze routine hier in Pondicherry.

De titel betekent trouwens hallo. Namastee zeggen ze niet in Pondy! Ze spreken hier geen Hindi. Zoals ik al schreef: kleine dingetjes..

Hier zie je nog een foto van een deel van het het Don Bosco Basketbal team, ze wilde ZO GRAAG een foto.. Ik gaf toe aan mijn zwaktes ;)


RECENTE POSTS

bottom of page